Wat betekent cogimos in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord cogimos in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cogimos in Spaans.

Het woord cogimos in Spaans betekent vangen, opvangen, nemen, pakken, halen, vangen, vatten, grijpen, pakken, grijpen, weggraaien, graaien, grissen, nemen, pakken, nemen, arresteren, inrekenen, studeren, te pakken krijgen, betrappen, pakken, grijpen, graaien, grissen, plukken, pakken, grijpen, vastnemen, vastgrijpen, vastpakken, neuken, naaien, neuken, wippen, halen, rijden met, vatten, begrijpen, snappen, pakken, grijpen, vastpakken, vastgrijpen, krijgen, opeenhopen, opeenstapelen, sex hebben, oplopen, opdoen, verstaan, greep krijgen op iets, seks hebben, oplopen, krijgen, grijpen, pakken, arresteren, confisqueren, in de val lokken, in de val laten lopen, aankomen, neuken, wippen, houden, gaan, de koe bij de horens vatten, iets onder de knie krijgen, met jan en alleman naar bed gaan, vaart krijgen, seks hebben met iemand, neuken, wippen, naaien, naaien, neuken, erin luizen, aanhouden, oesters vangen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cogimos

vangen, opvangen

Puedo coger la pelota con una mano.

nemen, pakken, halen

Bill tiene que coger el autobús desde la ciudad.

vangen

Cogimos cinco salmones en el río.

vatten

Leah coge un resfriado todos los inviernos.

grijpen

Ella agarró el dinero y corrió a la tienda.

pakken, grijpen

Jason la agarró por la muñeca.

weggraaien, graaien, grissen

El ladrón agarró mi cartera y se fue corriendo.

nemen, pakken

Por favor, tome un bizcocho de la bandeja.

nemen

(openbaar vervoer)

Nosotros tomamos un taxi a casa al final de la noche.

arresteren, inrekenen

La policía arrestó al delincuente sin ningún problema.

studeren

(educación)

He decidido escoger francés el próximo semestre.

te pakken krijgen

Quizá lo alcances si te das prisa.

betrappen

La policía le atrapó con las manos en la masa.

pakken, grijpen

(ES)

Liz cogió el balón y corrió hacia la portería.

graaien, grissen

(ES)

Él cogió los diamantes y salió corriendo.

plukken

A Charlie le gusta coger flores para su novia.

pakken, grijpen, vastnemen, vastgrijpen, vastpakken

(ES)

Él cogió mi mano y me sacó de ahí.

neuken, naaien

(AR, UY, vulgar) (slang, Bargoens)

neuken, wippen

(AR, UY, vulgar) (slang, Bargoens)

halen

(excepto AR)

Tengo que correr si quiero coger mi tren.

rijden met

Tomo el autobús para el trabajo todos los días.

vatten, begrijpen, snappen

Gerald no podía captar el concepto complicado que su maestro trataba de explicar.

pakken, grijpen, vastpakken, vastgrijpen

Tomó su brazo y lo empujó hacia ella.

krijgen

(coloquial, contraer una enfermedad)

Pilló la gripe y tuvo que quedarse en casa.

opeenhopen, opeenstapelen

El mueble acumula mucho polvo.

sex hebben

No diría que Charlie y yo estamos saliendo, pero hemos ligado un par de veces.

oplopen, opdoen

(MX) (ziekte)

Atrapé un resfriado durante el fin de semana.

verstaan

Lo siento, no lo escuché. ¿Qué dijiste?

greep krijgen op iets

Agarra fuerte la carga, y asegúrate de que no sea demasiado pesada antes de levantarla.

seks hebben

(coloquial)

Anoche eché un polvo por primera vez en un año.

oplopen, krijgen

Caí enfermo con un resfriado.

grijpen, pakken

Nancy agarró el brazo de Eduardo.

arresteren, confisqueren

El ejército tomó por la fuerza el pueblo después de muchos días de lucha.

in de val lokken, in de val laten lopen

(en una trampa)

Los niños atraparon a la niñera dentro de una red grande que cayó del techo.

aankomen

(in gewicht)

La mayoría de los estudiantes engordan en su primer año de facultad. ¡He engordado tanto que no me puedo abrochar los pantalones!

neuken, wippen

(coloquial) (slang, vulgair)

Julie enfureció cuando se enteró de que su marido se había estado tirando a alguien más.

houden, gaan

(MX)

Tienes que cargarte a la izquierda en la bifurcación.

de koe bij de horens vatten

expresión (ES, coloquial) (figuurlijk)

Mateo cogerá al toro por los cuernos mañana y le pedirá a Luisa que se case con él.

iets onder de knie krijgen

(ES, coloquial) (figuurlijk)

La llevé a patinar por primera vez y en seguida le pilló el tranquillo.

met jan en alleman naar bed gaan

(AmL, coloquial) (informeel)

No le tengo respeto a los hombres que andan cogiendo por ahí, ni tampoco a las mujeres que hacen lo mismo.

vaart krijgen

La bicicleta empezó a tomar velocidad mientras rodaba colina abajo.
Zijn fiets kreeg vaart toen hij de heuvel afreed.

seks hebben met iemand

(ES, coloquial)

neuken, wippen, naaien

(coloquial) (vulgair)

¿Te le tiraste en la primera cita?

naaien, neuken

(ES, vulgar) (vulgair)

Parece que Linda se está follando a Rick.

erin luizen

(figuurlijk)

El jefe embaucó a Jim de nuevo para que trabaje horas extras.

aanhouden

Finalmente, la policía capturó al ladrón fuera de la casa de cambio.

oesters vangen

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cogimos in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.