Wat betekent caring in Engels?

Wat is de betekenis van het woord caring in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van caring in Engels.

Het woord caring in Engels betekent liefhebbend, zorgzaam, aandacht geven, rekening houden, kunnen schelen, iets doen, een voorkeur hebben, zin hebben in, ergens iets voor voelen, geven om, zorg, verzorging, zorg, zorg, hulp, verzorging, zorg, zorg, bezorgdheid, zorg, verantwoordelijkheid, voogdij, verantwoordelijkheid, nursing, care, care, medical care, nursing, care, protection, care, care, caution, care, prudence, take care of, it's the same for me, it's the same for me, family care, not devote care to, be fond of, care about, health care, medical care, Have a good trip!, Have a good trip!, I don't care, love, adore, love, skin care, care about, take care of something, child care, day care, customer service, pay attention to, mind, not care about, elderly care, care of, personal hygiene, home care, social care, domiciliary care, look after, foot care, health care, medical care, take care of, look after, take care of. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord caring

liefhebbend, zorgzaam

adjective (thoughtful, kind)

He is a good father because he is caring.

aandacht geven, rekening houden

noun (showing concern)

Caring about other people makes you a good neighbour.

kunnen schelen, iets doen

(be concerned)

If you care, then you'll donate some money to the cause.

een voorkeur hebben

(have a preference)

I don't care which T-shirt you buy.

het maakt mij niet uit welke…

zin hebben in, ergens iets voor voelen

(to be inclined)

I don't really care to play golf today.

geven om

(to have affection)

She cares a lot for her brother, even though he can be annoying.

zorg, verzorging

(maintenance)

Old houses look wonderful but they require a lot of care.

zorg

(caution)

Handle with care.

Behandel met zorg!

zorg, hulp, verzorging

(supervision)

He's been ill and has received a lot of medical care.

zorg

(worry)

She doesn't have a care in the world.

zorg, bezorgdheid

(uncountable (anxiety)

His face was sad and full of care.

zorg, verantwoordelijkheid

(responsibility)

The uncle had care of the children when their parents were ill.

voogdij

(custody)

The children were taken into care.

De kinderen werden onder voodij geplaatst.

verantwoordelijkheid

(object of concern)

The car is my care. You don't need to worry about fixing it.

nursing, care

(verzorging in de medische sector)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

care, medical care, nursing

(verpleging)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

care

(zorgzaamheid, aandacht)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

protection, care

(bescherming)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

care

(het verzorgen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

caution, care, prudence

(het behoedzaam zijn)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

take care of

(iemand iets betaald zetten)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

it's the same for me

(het laat me onverschillig)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

it's the same for me

(geen voorkeur)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

family care

(Belg. (sociale instelling)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

not devote care to

(nonchalant behandelen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

be fond of

(houden van)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

care about

(bezorgd zijn om)

health care, medical care

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Have a good trip!

(groet bij vertrek)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

Have a good trip!

(informeel (groet bij vertrek)

(interjection: Exclamation--for example, "Oh no!" "Wow!")

I don't care

(het is me eender)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

love, adore

(+van (liefhebben)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

love

(liefhebben)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

skin care

(cosmetische behandeling)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

care about

(altijd met kunnen (iets uitmaken)

Het kan me niets schelen dat het regent, ik ga een eindje lopen.

take care of something

(figuurlijk (zich bezighouden met)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

child care, day care

(voor- of naschoolse opvang)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

customer service

(behandeling van klantenklachten)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

pay attention to

(aandacht besteden aan)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

mind

(passen op, zorgen voor)

(transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.")

not care about

(onbelangrijk vinden)

elderly care

(ondersteuning/hulp voor bejaarden)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

care of

(brief: p/a) (c/o)

(adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.")

personal hygiene

(zorg voor eigen persoon)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

home care, social care, domiciliary care

(verzorging aan huis)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

look after

(zorgen voor)

(phrasal verb, transitive, inseparable: Verb with adverb(s) or preposition(s), having special meaning, not divisible--for example,"go with" [=combine nicely]: "Those red shoes don't go with my dress." NOT [S]"Those red shoes don't go my dress with."[/S])

foot care

(pedicure) (literally)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

health care, medical care

(afkorting (gezondheidszorg)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

take care of

(toezien op, regelen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

look after

(opletten op)

take care of

(leveren)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van caring in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van caring

Wat betekent cap in Engels?

Wat betekent capable in Engels?

Wat betekent capital in Engels?

Wat betekent car in Engels?

Wat betekent carbon dioxide in Engels?

Wat betekent carbon footprint in Engels?

Wat betekent care in Engels?

Wat betekent career in Engels?

Wat betekent careful in Engels?

Wat betekent carelessly in Engels?

Wat betekent carelessness in Engels?

Wat betekent carer in Engels?

Wat betekent caress in Engels?