Wat betekent naming in Engels?
Wat is de betekenis van het woord naming in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van naming in Engels.
Het woord naming in Engels betekent naam, naam, naam, noemen, noemen, noemen, bekend, naam-, naam, titel, reputatie, naam, naam, titel, reputatie, noemen, noemen, benoemen, de naam vrijgeven van, fame, renown, name, name, reputation, name, fame, name, denomination, call, name, in name only, of the same name, repute, big name, on behalf of, brand name, brand, place name, de naam dragen van, merknaam, doopnaam, achternaam, familienaam, iem. met zijn voornaam aanspreken, volledige naam, volledige naam, voornaam, voornaam, goede naam, begrip, alleen in naam, achternaam, meisjesnaam, getrouwde naam, tweede naam, Ik heet, iemand vernoemen naar, organisatienaam, pseudoniem, artiestennaam, straatnaam, straattaal, een merknaam geven, gebruikersnaam, huppeldepup, hoe-heet-ie ook-alweer, dinges, over de hele …. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord naming
naamnoun (full name) My name is Peter Smith. |
naamnoun (first name, given name) What's your name? |
naamnoun (last name, surname, family name) My professor's name is Smith. |
noementransitive verb (give the name of) They are going to name the baby Michael. |
noementransitive verb (give a name to) Let's name the song "Furtive Mission". |
noementransitive verb (mention by name) The police report named three witnesses. |
bekendadjective (commerce: famous, branded) (beroemd) Jen likes to wear clothes from a name brand. |
naam-adjective (bearing a name) (in samenstelling) The cinema usher wore his name tag with pride. |
naam, titelnoun (designation) (naam van een object) Colin wants a new name for his band. |
reputatienoun (figurative (repute) (goede naam) Jill is trying to make a name for herself. |
naamnoun (figurative (celebrity) (bekendheid) The organizers want a big name to host the banquet. |
naam, titelnoun (mere designation) Johnson was chairman in name only. |
reputatienoun (figurative (renown, reputation) (goede naam) He married her for her good name and contacts. |
noementransitive verb (identify) (aanwijzen) The writer named Twain as his inspiration. |
noementransitive verb (specify) Just name your price, and I'll pay it. |
benoementransitive verb (appoint) The council named a successor. |
de naam vrijgeven vantransitive verb (accuse) The police have named a suspect in the case. |
fame, renown(reputatie) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
name(benaming, denominatie) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
name(alleen in uitdrukkingen (naam) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
reputation, name, fame(naam) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
name(een naam geven) (transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.") |
denomination(naamgeving, naam) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
call, name(noemen) (transitive verb: Verb taking a direct object--for example, "Say something." "She found the cat.") |
in name only(niet in het echt) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
of the same name(met dezelfde naam) (adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.") |
repute(goede reputatie) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
big name(figuurlijk (beroemdheid) (figurative) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
on behalf of(namens) (adverb: Describes a verb, adjective, adverb, or clause--for example, "come quickly," "very rare," "happening now," "fall down.") |
brand name, brand(naam van een handelsmerk) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
place name(toponiem) (noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.) |
de naam dragen vantransitive verb (be named after) Many butterfly species bear the name of their discoverers. |
merknaamnoun (product: trademark) Does anyone have any better ideas for a new brand name? |
doopnaamnoun (first name) Enter your Christian name in the first box and your surname in the second. |
achternaam, familienaamnoun (surname, last name) He's the last surviving male so it's his task to carry on the family name. |
iem. met zijn voornaam aansprekentransitive verb (call by given name) In Danish schools, it is common for children to first-name their teachers. |
volledige naamnoun (first, middle and last names) You must always give your full name when filling out government forms. Please state your full name to the judge. |
volledige naamnoun (complete given and family names) Hispanic cultures use the mother's last name as part of the child's full name. |
voornaamnoun (first name) Mrs. Johnson's given name is Edith. |
voornaamplural noun (first, middle names) Mr. Wilson's given names are Howard and Nicholas. |
goede naamnoun (figurative (reputation) (figuurlijk) Although they were never proven, the allegations tarnished his good name. A good name is worth more than riches. Hoewel ze nooit zijn aangetoond, de beschuldigingen hebben zijn goede naam aangetast. |
begripnoun ([sth] or [sb] famous) (figuurlijk) All of these famous actresses are household names. The footballer David Beckham is now a household name. David Beckham is een begrip in de voetbalwereld. |
alleen in naamadverb (not in fact or in practice) Some products promoted as green are green in name only. |
achternaamnoun (surname, family name) The Royal Family's last name is Windsor. |
meisjesnaamnoun (woman's surname before marriage) (getrouwde vrouw) These days, a lot of women keep their maiden name after getting married. |
getrouwde naamnoun (woman's surname after marriage) Women may be known by their married names or their maiden names. |
tweede naamnoun (second or additional given name) I never use my middle name. His first name was Michael, but everyone called him by his middle name, John. |
Ik heet(I am called, I am known as) My name is Joe. |
iemand vernoemen naar(give the same name as) We'd like to name the baby after my mother if it's a girl. |
organisatienaamnoun (name of a company, group) |
pseudoniemnoun (pseudonym, writer's alias) Writer Samuel Clemens used the pen name Mark Twain. |
artiestennaamnoun (entertainer's pseudonym) A lot of actors adopt stage names that are shorter than their real names. |
straatnaamnoun (name of a road) The street names in my area are all named after famous English poets. |
straattaalnoun (drug: common name) Pot, weed and grass are commonly used street names for marijuana. |
een merknaam geventransitive verb (give brand name to) |
gebruikersnaamnoun (personal computer login or ID) (computers) I forgot my username and password again! |
huppeldepup, hoe-heet-ie ook-alweer, dingesnoun (slang (man: forgotten name) (informeel) I ran into what's-his-name again this afternoon. |
over de hele …adjective (suffix (country-wide, etc: extending across) There is a city-wide ban on watering the lawn to conserve water. |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van naming in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van naming
Synoniemen
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.