Wat betekent olhar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord olhar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van olhar in Portugees.

Het woord olhar in Portugees betekent kijken, kijken, nakijken, blik, starende blik, aankijken, in het oog houden, kijken, toekijken, staren naar, volgen, overzien, aankijken, aanstaren, bekijken, observeren, bezichtigen, bekijken, kijken, kijken naar, rondkijken, staren, gapen, staren, doorzoeken, dreigend/boos kijken, naar binnen, dreigend, boos, zonder achterom te kijken, blik, boze blik, vuile blik, afkeurende blik, nadere bestudering, waakzaam oog, onder de ogen van, aankijken, iets van de positieve kant bekijken, iemand in de ogen kijken, op iets neerkijken, opscheppen, snoeven, een blik werpen op, achterom kijken, verlekkerd kijken, kijken naar, vooruitkijken, wegkijken, kijk omhoog, vooruitkijken, vluchtig doorlezen, lonken naar, medisch onderzoeken, verder kijken dan, door iets kijken, lonk, een blik werpen op, loeren, kijken uit, afspeuren, doorzoeken, op iemand neerkijken, starende blik, wellustige blik, terugkijken, op iets neerkijken, vuile blik, hatelijke blik, niet met z'n ogen knipperen, geen spier vertrekken, moet je nou horen!, moet je nou zien!, wijsheid achteraf, turen, loeren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord olhar

kijken

Ele olhou à sua direita.

kijken, nakijken

verbo transitivo

Deixe-me olhar se há algum vazamento de água.

blik

substantivo masculino

Ela o silenciou com um olhar zangado.

starende blik

substantivo masculino (fixo)

John olhou para seu pai com um olhar fixo.

aankijken

verbo transitivo

Olhe para a professora quando você estiver falando com ela.

in het oog houden

verbo transitivo

As enfermeiras estão olhando as crianças.

kijken, toekijken

Frank prefere olhar, não participar.

staren naar

verbo transitivo (contemplar)

Janet está sentada no parque, olhando as nuvens.

volgen, overzien

verbo transitivo (supervisionar)

O supervisor está olhando nosso progresso.

aankijken, aanstaren

verbo transitivo

Ele a olhou através da sala, deixando-a nervosa.

bekijken, observeren

verbo transitivo

Ele olhou a luta no parque.

bezichtigen, bekijken

verbo transitivo

Os políticos olharam (or: inspecionaram) a área do desastre.

kijken

A olhada dele para as flores e insetos fez ela achá-lo excêntrico.

kijken naar

O escultor mirou sua última criação com orgulho.

rondkijken

expressão

Sarah passou a tarde olhando as lojas locais.

staren

É rude encarar.

gapen, staren

(olhar fixamente)

doorzoeken

(figurado)

dreigend/boos kijken

naar binnen

Os detetives analisaram o caso em detalhes.

dreigend, boos

(van blik)

zonder achterom te kijken

(figurado) (figuurlijk)

blik

Dei somente um olhar rápido, mas não acho que Julie estivesse lá.

boze blik

vuile blik

afkeurende blik

nadere bestudering

expressão (informal, avaliar com atenção)

No começo, pensei que a redação do aluno era inútil, mas um segundo olhar revelou algumas passagens promissoras.

waakzaam oog

(atenção, vigilância)

onder de ogen van

expressão (sendo observado)

aankijken

expressão (examinar, escrutinar)

iets van de positieve kant bekijken

iemand in de ogen kijken

expressão verbal

op iets neerkijken

expressão

Do topo da torre você pode olhar a cidade inteira de cima.

opscheppen, snoeven

een blik werpen op

achterom kijken

expressão verbal (literal)

Não olhe para trás. Seja lá o que esteja te perseguindo pode estar ganhando espaço em você. (Satchel Paige)

verlekkerd kijken

Os adolescentes olharam lascivamente para as garotas do time de vôlei.

kijken naar

vooruitkijken

expressão verbal

Quando você é o motorista, é melhor olhar para a frente na estrada.

wegkijken

locução verbal

O garotinho sobe que estava em apuros e quando a professora olhou para ele, ele desviou o olhar. Era um filme de terror e eu tinha de desviar o olhar a maior parte do tempo.

kijk omhoog

expressão verbal

Se você quiser se sentir minúsculo, olhe para cima e veja as estrelas à noite.

vooruitkijken

expressão verbal (figurado, pensar no futuro) (figuurlijk)

No dia de ano novo, muitos de nós gostam de olhar para frente e pensar sobre as mudanças positivas que podemos fazer no ano seguinte.

vluchtig doorlezen

Jane olhou rapidamente o documento, buscando erros.

lonken naar

medisch onderzoeken

(examinar rapidamente)

verder kijken dan

(figuurlijk)

door iets kijken

locução verbal

Você pode ver as células individuais se olhar pelo (or: através do) microscópio.

lonk

een blik werpen op

Ela não conseguia parar de olhar de relance para o relógio a cada cinco minutos.

loeren

kijken uit

expressão verbal

Se você olhar para fora da janela, pode ver o oceano.

afspeuren, doorzoeken

Alison olhou rapidamente o auditório, tentando ver se seu amigo estava lá. Paul olhou o rosto de Daniel rapidamente, tentando determinar se ele estava falando sério ou não.

op iemand neerkijken

(figurado, considerar-se superior) (figuurlijk)

É errado olhar de cima as pessoas menos afortunadas que nós.

starende blik

O olhar fixo do garotinho estava começando a deixar Brian desconfortável.

wellustige blik

terugkijken

expressão (figurativo) (figuurlijk)

Em vez de olhar para trás, devo me lembrar de olhar para o futuro para dias melhores.

op iets neerkijken

(figurado, considerar inferior) (figuurlijk)

Essas eram garotas ricas que olhavam de cima as roupas baratas.

vuile blik, hatelijke blik

niet met z'n ogen knipperen, geen spier vertrekken

expressão (figuurlijk)

moet je nou horen!, moet je nou zien!

interjeição (olhar para algo com espanto) (informeel)

wijsheid achteraf

expressão (entender depois)

turen, loeren

Se você olhar atentamente, você pode ver o vento soprando a grama.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van olhar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.