Wat betekent tirar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord tirar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van tirar in Portugees.

Het woord tirar in Portugees betekent afnemen, uittrekken, ervandoor gaan met, zwaaien, zwiepen, vegen, uitdoen, uithalen, uitnemen, korting geven, scheppen, lepelen, uitscheppen, wegvegen, opvegen, schoonmaken, schieten, trekken, trekken, gaan met, beroven van, trekken, trekken, jatten, klauwen, pikken, uitdoen, kieken, trekken, de kraan aandoen, ontlenen, citeren, losmaken, afsluiten, verwijderen, wegdoen, trekken, uithalen, pakken, nemen, betrekken, ontstijgen, verwijderen, schrappen, uitwassen, iets nemen zonder te vragen, afruimen, verwijderen, een ruk geven aan, weghalen uit, verwijderen, halen uit, pakken uit, weggraaien, graaien, grissen, ontlokken, ontfrutselen, iets terugtrekken, schrappen, verwijderen, iets ergens uithalen, ontschorsen, strippen, afkrabben, gebruik maken van, zich uitkleden, sluimeren, dutten, uitbuiten, exploiteren, schillen, ontluizen, dutten, tukken, afstoffen, uitkloppen, fotokopiëren, kopiëren, binnenste verwijderen, adembenemend, schitterend, doodeenvoudig, taille, striptease, lood, overhaaste beslissingen nemen, iemand de kast opjagen, iets uit het hoofd zetten, er het beste van maken, uit de lucht halen, het vuilnis buiten zetten, vakantie nemen, vrij nemen, op stang jagen, een pak slaag geven, iem. verkeerd begrijpen, uit de scharnieren tillen, afzadelen, te winnen, baat hebben bij, ergens onderuit kruipen, ergens onderuit komen, behoedzaam wegnemen, behoedzaam uitdoen, uitbuiten, op vakantie gaan, dutten, doezelen, een dutje doen, vooruitgaan, profiteren van, afstoffen, uitkleden, dokken, afdokken, geluid uitzetten, leeghozen, schieten, trekken, uitkomen als homo, zich uiten als homo. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord tirar

afnemen, uittrekken

verbo transitivo (chapéu, etc.)

ervandoor gaan met

(informal)

zwaaien, zwiepen, vegen

verbo transitivo (figurado)

uitdoen

verbo transitivo (roupas) (van kleren)

Ela tirou as roupas antes de tomar banho.

uithalen, uitnemen

verbo transitivo

Ela tirou a panela do forno.

korting geven

(figurado)

scheppen, lepelen, uitscheppen

verbo transitivo (com concha)

Karen tirou o sorvete com uma concha e o colocou em uma taça.

wegvegen, opvegen

Ele tirou as migalhas da parte da frente da camisa.

schoonmaken

O garçom veio e tirou os pratos da mesa.

schieten, trekken

verbo transitivo (fotografar)

O fotógrafo tirou 50 fotos.

trekken

(selecionar) (loterij)

Vamos tirar no chapéu para ver quem sai em qual time.

gaan met

verbo transitivo (férias) (vakantie)

Tiramos férias na Argentina no ano passado.

beroven van

verbo transitivo (matar: vida) (figuurlijk, v. leven)

O assassino tirou muitas vidas.

trekken

verbo transitivo (selecionar)

Vamos tirar no palitinho para ver quem vai. O palito mais longo ganha.

trekken

verbo transitivo (cartas)

Ela tirou uma carta do topo do baralho.

jatten, klauwen, pikken

verbo transitivo (furtar) (slang)

uitdoen

verbo transitivo (roupas)

Nós tiramos as roupas e fomos nadar.

kieken, trekken

(van foto)

A fotógrafa tirou uma foto da celebridade.

de kraan aandoen

verbo transitivo (água) (NL)

A família Smith tira a água de uma nascente natural.

ontlenen, citeren

verbo transitivo

Este verso foi tirado do "Inferno de Dante".

losmaken, afsluiten

verbo transitivo

verwijderen, wegdoen

verbo transitivo (remover)

Sim, tire o lixo por favor.

trekken

verbo transitivo

Você pode tirar a conclusão que quiser, mas acredito que ele fez isso.

uithalen, pakken, nemen, betrekken

verbo transitivo

Ele tira inspiração do seu passado.

ontstijgen

verbo transitivo (elevar)

verwijderen

A editora excluiu diversos parágrafos das edições posteriores do livro.

schrappen

(em uma lista) (v.e. lijst)

uitwassen

Você acha que vamos conseguir lavar essa mancha?

iets nemen zonder te vragen

(BRA, para si mesmo)

Ela pegou para si materiais de escritório.

afruimen

Vou servir o jantar, e você tira a mesa quando eles terminarem de comer.

verwijderen

een ruk geven aan

verbo transitivo (puxar com força)

weghalen uit

verbo transitivo

A companhia de limpeza removeu (or: tirou) todo o lixo da casa.

verwijderen

Doug precisou remover os espinhos da calça.

halen uit, pakken uit

verbo transitivo

A secretária tirou o arquivo do armário.

weggraaien, graaien, grissen

O ladrão arrancou minha bolsa e correu.

ontlokken, ontfrutselen

verbo transitivo (figurado: conseguir sorrateiramente)

Peter estava determinado a não revelar seu segredo, mas Emily por fim o arrancou dele.

iets terugtrekken

verbo transitivo (remover)

Eles precisaram retirar o produto do mercado.

schrappen, verwijderen

Retire essa frase do seu artigo.

iets ergens uithalen

verbo transitivo

Antes que as pessoas tivessem água corrente em suas casas, teriam que ir a um poço para tirar água.

ontschorsen

verbo transitivo (tirar a casca da árvore)

Se você remover a casca da árvore, ela perde a seiva e morre.

strippen, afkrabben

verbo transitivo (papel de parede)

Arranque o papel de parede da parede.

gebruik maken van

zich uitkleden

(tirar a roupa)

sluimeren, dutten

(BRA)

uitbuiten, exploiteren

As corporações exploravam sistematicamente seus funcionários até eles criarem sindicatos.

schillen

ontluizen

dutten, tukken

(INGL: gíria) (informeel)

afstoffen, uitkloppen

Richard desempoeirou a estante de livros.

fotokopiëren, kopiëren

binnenste verwijderen

Primeiro, você precisa descaroçar a maçã.

adembenemend, schitterend

(figurado)

A vista de cima da Sydney Harbour Bridge é de tirar o fôlego.

doodeenvoudig

(informal)

taille

expressão verbal

O alfaiate vai tirar a medida do seu peito e cintura.

striptease

(informal, performance erótica: tirando a roupa) (anglicisme)

lood

expressão verbal (apressar-se) (figuurlijk)

overhaaste beslissingen nemen

expressão verbal

iemand de kast opjagen

expressão verbal

Ele fica fazendo caretas só para te tirar do sério.
Hij trekt gewoon gezichten om jou de kast op te jagen.

iets uit het hoofd zetten

expressão verbal

Sei que foi um término duro, mas você tem que tirar isso da cabeça.
Ik weet dat het een moeilijke breuk was, maar je moet het uit je hoofd zetten.

er het beste van maken

expressão

uit de lucht halen

expressão (informal: interromper transmissão)

het vuilnis buiten zetten

vakantie nemen, vrij nemen

(aproveitar um feriado, ter tempo livre)

op stang jagen

expressão (figuurlijk, informeel)

een pak slaag geven

(figurado, dar um surra)

iem. verkeerd begrijpen

uit de scharnieren tillen

locução verbal (porta) (deur)

afzadelen

(paard)

te winnen

Que vantagem você vai ter em mentir sobre isso?
Wat heb je te winnen door erover te liegen?

baat hebben bij

expressão verbal

ergens onderuit kruipen, ergens onderuit komen

(figurado: evitar) (figuurlijk)

behoedzaam wegnemen, behoedzaam uitdoen

uitbuiten

op vakantie gaan

expressão verbal

Eles tiraram férias por duas semanas.

dutten, doezelen

Bill estava tirando uma soneca em sua cadeira quando a campainha tocou.

een dutje doen

expressão verbal

vooruitgaan

A companhia levou vantagem ao adotar um novo modelo de negócios.

profiteren van

expressão verbal (tirar vantagem de, explorar)

Agentes funerários inescrupulosos podem tirar proveito dos enlutados ao oferecerem apenas as opções mais caras.

afstoffen

locução verbal (remover o pó)

Amanda esteve a manhã inteira tirando o pó.

uitkleden

Tire a roupa do bebê e lhe dê um banho.

dokken, afdokken

(slang)

O chefe de Harry reduziu seu pagamento para cobrir o custo do erro cometido por ela.

geluid uitzetten

leeghozen

(boot)

A canoa está tão cheia de água que está prestes a afundar. Hora de tirar água!

schieten, trekken

expressão verbal (van foto)

É melhor você fotografar antes que escureça!

uitkomen als homo, zich uiten als homo

expressão (ser revelado como gay) (altijd over zichzelf, in tegenstelling tot de Engelse term)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van tirar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Verwante woorden van tirar

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.